De tuin van Lieven David

Artikel doelgroep
Publicatiedatum
Afbeelding
Afbeelding
De_tuin_van_lieven_david
Inleiding

Lieven David werkt als specialist moestuinen en samentuinen bij Velt. Hij tuiniert ook graag in zijn eigen tuin in Rillaar. Zijn tuin betekent vooral genieten. 'Productie maakt daar een groot deel van uit, maar ik haal ook erg veel plezier uit het observeren, experimenteren en kruisen van planten. Ik ben steeds op zoek naar nieuwtjes, en omdat ik er niet genoeg vind, maak ik ze zelf. Alles wat ik in en rond de tuin doe, beschouw ik als een oefening. Ik bouw ervaring op op vlak van plantenkennis, tuinontwerp, onderhoud en oplossingsgericht denken.'

Oogsten is pret

Lieven kan prima op zijn eentje genieten in zijn tuin, maar het wordt nog beter als hij dat enthousiame kan delen met anderen. 'Ik ben actief op zadenruilbeurzen en deel bij elke gelegenheid zelf geoogste zaadjes uit aan gelijkgezinden. Zelf blijf ik nieuwsgierig naar speciale plantjes en wil ik alles uitproberen. Curiosa die ik leuk vind, houd ik bij om andere mensen mee te verrassen. Dat is deel van de pret. Pret is ook oogst.'

De buren maken helemaal deel uit van zijn "kringloop". 'Wie mij regelmatig gazonmaaisel brengt, krijgt het later terug in vorm van pompoenen, komkommers en tomaten. Het is fijn om vrienden te hebben met aanvullende bezigheden en interesses. Aan imkeren en het enten van bomen ben ik bewust nooit begonnen omdat ik geen ruimte heb om nog meer interesses te laten ontsporen. Daar heb ik twee vrienden voor met wie ik regelmatig mijn oogst en kruidenbereidingen ruil tegen een lekker potje honing of een speciale boom of struik. Iedereen heeft het steeds over zelfvoorziening, maar het is zo veel leuker wanneer je niet enkel voor jezelf voorziet.'

Samentuinen met de buren

Doordat hij steeds op zoek was naar meer grond om op te spelen, vond Lieven vrienden die hun grond delen. 'Momenteel ben ik met twee groepjes mensen actief in twee andere tuinen. We tuinieren er samen, maar we zijn vooral samen. Hoewel er soms meer gepraat dan gewerkt wordt, leveren de moestuinen jaar na jaar een flinke oogst aan bewaargroenten op.'

Via zijn werk is Lieven verantwoordelijk voor het oprichten en het begeleiden van samentuinen op andere plaatsen in Vlaanderen. Hij zet graag mensen aan om samen te werken, en hij vindt het boeiend om de groepsdynamiek te bestuderen en bij te sturen waar nodig. In zijn eigen tuin tuiniert Lieven op een heel andere manier dan in de samentuinen, maar beide werkwijzen vallen onder permacultuur. 'Thuis heb ik weinig plaats en laat ik alles door elkaar groeien. Ongewenste kruiden groeien bij mij amper, maar ik moet veel ‘wieden’ omdat ik ook alle teeltgewassen vrij laat uitzaaien. Door jarenlang te observeren ken ik ieder kiemplantje bij naam. Weet je dat niet, dan moet je op rijtjes tuinieren. Dat doen we in de samentuin, waar het best overzichtelijk blijft. Je hebt dan meer onderhoud, meer wied- en mulchwerk. Beide systemen hebben hun voor- en nadelen en hun toepasbaarheid is afhankelijk van de schaal, de plantenkennis en de favoriete onderhoudswerkjes van de tuinier.'

Voor de toekomst wenst Lieven dat er veel tuinen mogen bijkomen waar mensen samen kunnen tuinieren. 'Als ik even luidop mag dromen? Stel je voor: heel de straat ingericht met eetbare planten en kruiden, en mensen die buiten komen en erover praten, weetjes en oogst delen. Het zou mensen verbinden die elkaar nu amper op straat herkennen. Dat lijkt mij geweldig.'

Lieven David: 'Stel je voor: heel de straat ingericht met eetbare planten en kruiden... Het zou mensen verbinden die elkaar nu amper op straat herkennen. Dat lijkt mij geweldig.'

Afbeelding
Velt Lieven David


Principes van permacultuur, toegepast in Lievens tuin


Het vegetatieproces

Toen Lieven nog maar pas was verhuisd, bestond zijn tuin uit een vlak gazon tot achteraan, met in het westen hoge sparren en in het oosten een coniferenhaag. Een paar ontsnapte vlieren hielden zich in leven tegen de zuidmuur. In de voortuin deden een paar schrale grassprietjes hun best om op het puin in de ondergrond te groeien. Hij hield rekening met het natuurlijke proces van opeenvolgende fasen van plantengroei of ook wel het vegetatieproces of successie.

'Eerst zette ik hier vetplantjes, later kruiptijm en muskaataardbei. Toen het eenmaal op gang kwam, ging ik wild experimenteren. Ik stopte er allerlei zaden en plantjes bij, in de hoop dat er iets van zou overleven. Vandaag staat de voortuin anderhalve meter hoog en bestaat de beplanting uit een verzameling van siergroen, medicinale kruiden en kleinfruit, een appelboom, een pruimenboom, een krentenboompje, rozemarijn, veelbloemige roos, Bulgaarse olieroos en kroonkruid. De achtertuin is zeer beschut en warm, en de bodem is erg droog. Daar hebben veel planten het lastig mee. Planten die niet goed groeien, of waarvan ik over de smaak of het uiterlijk niet tevreden ben, moeten weg.'
 

Ieder plekje benutten

Lieven probeert ieder plekje in de tuin te gebruiken. 'In de regenschaduw van de garage en de schutting langs de oostkant groeide niets tot op een meter van de muur. In totaal zijn dit 30 meter dode ruimte. Nu is dit onder andere een zeer lange kippenren. Onder het afdak van de garage is het droog en beschut, wat een ideale plek is voor de lange "insectenstraat", een soort schuilplaats voor nuttige insecten, die eronder hangt.'

In de moestuin is er meer openheid. Hier maakt Lieven gebruik van de reflectie van de witte muren en de wanden van de serre die tegen de zuidmuur staat. 'Zowel de planten in de moestuin als die in de koude bak voor de serre profiteren ervan. Water vang ik op verschillende plaatsen in de tuin op en pomp ik via omwegen naar de ‘vochtige’ achterste serre, waar ik het opsla in grote vaten. Het water zorgt daar voor een constante temperatuur en hoge luchtvochtigheid, precies wat de planten die er groeien nodig hebben.'
 

In de hoogte, onder de grond

Zonder veel schaduw bij te maken probeert Lieven ook de hoogte te benutten. 'Door langs de garage en de oostmuur een kippenren te laten lopen, kan ik er meteen ook een bessenloofgang en kiwi’s en kiwibessen laten groeien. De kiwi’s begroeien de koepel op het garagedak. Langs de moestuin staan bomen, struiken en een uitgebreide kruidlaag van eetbare bloemen, keukenkruiden, en eenjarige en vaste groenten. Planten mogen zich hier vrij uitzaaien, waardoor ieder plekje bedekt is met levende planten. Zo hoef ik niet te mulchen.'

Ondergronds stapelen bleek een grotere uitdaging, want doordat de bodem erg droog is, kunnen enkel planten met diepe wortels overleven. 'Pastinaak en kliswortel doen het goed, maar voor wortelen en bieten is het hopeloos. Vaste planten doen het gewoonlijk beter dan eenjarigen, omdat ze een uitgebreider wortelstelsel hebben. Zij zorgen voor vers geplukt voedsel tijdens de vroege lentemaanden waarin weinig te oogsten valt.'
 

Kip Juliette als beste helper

Lieven is erg blij met de kippenren. Uiteraard houdt ze de kippen bijeen, maar hij kan er ook al zijn groenafval in kwijt. 'Mijn buurman brengt zijn grasmaaisel binnen langs de voorkant van de kippenren, en de kippen en ikzelf schuiven dat door tot het in de serre achteraan belandt. Het is een eetplek voor de kippen en een composteerplek voor mij. Achterin de tuin dient de ren als mijn meest gebruikte ‘dienstingang’ voor de serre. Daarbovenop vormt de ren een weelderige bessenloofgang waar zowel wij als de kippen veel aan hebben. In bepaalde delen van de tuin mogen ze vrij rondlopen en zo ruimen ze alle rupsen en andere beestjes uit de borders. Wanneer het nodig is, zet ik ze in een mobiele ren op plekken waar veel slakken zitten. Mijn beste helper ooit was de kip Juliette. Samen gingen we iedere vrijdag op stap door de tuin plankjes omdraaien. Wanneer ze alle slakken en pissebedden opgepikt had, keek ze met haar hoofdje schuin naar me omhoog: "En? Nog eentje?". Prachtig toch! De pret die je eraan beleeft is een van hun grootste troeven voor mij!'

Materiaal verandert van functie doorheen de seizoenen: de houten hekjes waar nu erwten, bonen en andere klimmers tegen groeien gebruikt Lieven in de winter als modulaire mobiele kippenren doorheen de tuin. Zijn favoriete hout is castanea omdat het duurzaam is, maar ook de heerlijke geur van gebakken brood afgeeft. De moestuinomheiningen, bonenklimrekjes en de pergola zijn hiervan gemaakt.

'Mijn beste helper ooit was de kip Juliette. Wanneer ze alle slakken en pissebedden opgepikt had, keek ze met haar hoofdje schuin naar me omhoog: "En? Nog eentje?". Prachtig toch!

Compost en ideeën laten rijpen

Als Lieven in de tuin een takje oogst, doorloopt het een lange kringloop: de klimop knipte hij in het voorjaar tot korte takjes. Die takjes liggen heel het seizoen in de tomatenserre tussen de planten als mulch. Daar komen regelmatig grasmaaisel en andere geoogste takjes bij. Voor de winter stapelt hij de droge massa op en overwinteren ze zo tot de volgende lente. Tegen maart komt het met een hoop paardenmest op de broeihoop in de "vochtige" serre. Terwijl het plantenmateriaal verteert, warmt de serre op. In mei spreidt hij de hoop uit in de "vochtige" serre en groeien er komkommers en andere gewassen in. Op het einde van het groeiseizoen, is het plantenmateriaal goed verteerd en kan hij het droog bewaren tot hij het de daaropvolgende lente uitspreidt in de moestuin buiten. Is het materiaal nog niet voldoende verteerd, dan mag het nog een jaar terug naar de tomatenserre tot het klaar is. 'Wat is hiervan de boodschap? Hou je "groene energie" (biomassa) zo lang mogelijk in je systeem! Jaag het er niet door, maar geef het tijd en rust om af te breken.'

'Net als mijn compost, laat ik veel van mijn ideeën rustig rijpen. Ik kijk voortdurend hoe ik dingen kan verbeteren. Soms duurt het lang tot ik het "juiste" materiaal voor mijn plannen vind. Mijn enige vereiste is dat het gerecycleerd moet zijn.'
 

E-recylcing

Zijn omgang met water in de tuin is sterk geëvolueerd over de jaren. 'Ervaring leert me dat water geven veel meer rendeert in de serre dan in de tuin. Van de garage en de serres vang ik alle regenwater op, van het huis 80%. Via omwegen en tijdelijke buffers komt het tijdens de zomer in de "vochtige" serre in vier grote opslagtanks terecht. Ik laat het water circuleren, waardoor het sneller opwarmt en ondertussen de luchtvochtigheid in de serre hoog houdt. Wanneer het kouder wordt, stopt het water met circuleren en verwarmt het de serre nog lange tijd na. Tijdens de winter gebruik ik het water in de "droge" tomatenserre, waar dan de winterse bladgroenten groeien. De lagekostopstelling werkt, maar jaarlijks herevalueer ik en breng ik kleine verbeteringen aan.'


Diversiteit van oogst

Lieven is verzot op bessen, sla en tomaten. Het zijn veruit zijn favoriete planten in de tuin. Hij heeft heel veel soorten en rassen en omdat hij er nooit genoeg kan hebben, gaat hij ermee kruisen. 'De zaailingen observeer ik zorgvuldig en de nieuwe creaties evalueer ik streng. Wat frambozen betreft komt er heel vaak iets bijzonders uit. Ik doe dit zowel omwille van de productie en veredeling zelf, maar ik vind het ook erg spannend om te zien wat er uit komt. Je kan mislukkingen altijd opeten of aan de kippen en de composthoop voeren.'

'Ook sla kruis ik tot hij geschikt is om op mijn droge zandgrond te overleven. Wanneer hij in bloei staat, trek ik er eens stevig aan. Als de plant mee komt, gaat ze naar de kippen, blijft ze zitten, mag ze zaad vormen. Je hebt er wel wat plaats voor nodig, maar vooral veel aandacht.'

Op beperkte ruimte vindt hij het fijn om met bomen te werken waarop verschillende rassen geënt zijn. 'De appelboom naast mijn garage draagt maar liefst 5 rassen appels. Dat ziet er niet enkel mooi uit, het spreidt ook de oogst en de smaak.'

'De appelboom naast mijn garage draagt maar liefst 5 rassen appels. Dat ziet er niet enkel mooi uit, het spreidt ook de oogst en de smaak.'

Afbeelding
velt-lieven-david-sfeerfoto2


Verrijking voor insect, kip en mens

In de tuin heeft Lieven alle randen verdubbeld. 'Waar regen komt, zijn muren begroeid met planten, waar geen regen komt, loopt een kippenren en een insectenstraat. De insectenstraat is 10 meter lang en in de vroege lente zijn de bijen er druk aan het zoemen, metselen en behangen. Ik pleit ook bij iedereen: plaats insectenhotels, liefst verschillende en groter, langer of hoger dan wat je vindt in de winkel.'

'Ik raad ook iedereen met kippen aan om een lange ren te maken. Het is werkelijk een grote verrijking voor de kippen. Als je kippen op een vierkant of rond stuk zet, zijn ze er binnen de kortste tijd op uitgekeken. Er is amper verschil in biotoop, ze hebben geen hoekjes, kantjes of kuiltjes. In mijn 30 meter lange versie komen ze vooraan naast de garage drinken en vers gazonmaaisel van de buur oppeuzelen. Een beetje verderop is het zanderig droog en maken ze stofnesten. Er is altijd ergens een zonnig plekje en wanneer het regent zitten ze onder de plantenbak naast de garage. Ze zitten daarbuiten ook overwegend droog door de regenschaduw van de muur en de bessenloofgang. Het houdt hen iedere dag opnieuw bezig, en daar word ik minstens even gelukkig van als zij!'

Attributie

Dit portret is afkomstig uit het Velt-handboek ‘Permacultuur’ uitgebracht door Velt vzw, een van de partnerorganisaties van Voedsel Anders.

Foto's: ©François De Heel voor Velt vzw.