Wetenschappelijk onderzoek op maat van de boer

Artikel doelgroep
Publicatiedatum
Afbeelding
Afbeelding
Professor Edith Lammerts van Bueren van het Louis Bolk Instituut
Inleiding

Agro-ecologie is naast landbouw ook een wetenschap. We willen de wetenschapper tot bij de landbouwer brengen, want de kracht en het plezier van samenwerken zijn een integraal onderdeel van deze visie op landbouw.

Het hedendaagse landbouwonderzoek gebeurt vaak ver weg van de praktijk. Kennis en innovatie komen steeds meer van grote onderzoekscentra waarvan het niet meteen duidelijk is of ze werken in het belang van boer en consument, of in het belang van de bedrijven die het onderzoek financieren. Dat ligt helemaal anders bij BioImpuls, een participatief project in samenwerking met het Louis Bolk Instituut in Nederland voor onderzoek naar aardappelteelt.

'Dit onderzoek is gestart om de zoektocht van een boer te ondersteunen.'

robuuste bio-aardappels

Prof. Dr. Ir. Edith Lammerts van Bueren is er coördinator. 'Toen ik in 2005 aan de universiteit startte met de buitengewone leerstoel biologische plantenveredeling, vroeg Niek Vos, een bio-aardappelteler, mij om hem te ondersteunen in zijn zoektocht naar een biologische aardappel die resistent is tegen de schimmelziekte phytophtora infestans', vertelt Edith. In de gangbare landbouw bestrijdt men de schimmelziekte met chemisch-synthetische middelen: de gewassen worden tot twintig keer met fungiciden bespoten. Maar in de biologische landbouw is dat niet toegestaan, dus moet er gezocht worden naar een andere manier om de teelt resistent te maken.

De vragen uit de praktijk én uit de onderzoekswereld vormen dus de basis voor het project van BioImpuls. Jaarlijks maken ze ongeveer 300 raswaardige kruisingen van aardappelen. 'Eerst zorgen we voor bruikbaar uitgangsmateriaal: we starten met het kruisen van wilde aardappelsoorten die van nature resistent zijn tegen de schimmelziekte. Die kruisen we terug tot ze geschikt zijn voor commercieel gebruik”, legt Edith uit. “Dit kweekproces duurt zo’n 12 à 20 jaar. Tijdens het terugkruisen letten we ook op de aanpassing aan de omgeving. Verder proberen we op lange termijn verschillende resistentiegenen met elkaar te combineren, zodat de plant zich ook beter tegen andere ziektes kan verweren.'

'Met selectie op het veld vermijd je een hoop werk, want het resultaat is aangepast aan de praktijk.'

aangepast aan de praktijk

Voor de selectie van de nakomelingen van deze kruisingen ging Edith op zoek naar boeren die een deel van de aardappelzaailingen wilden kweken. Dat vraagt nogal wat voorkennis en daarom organiseren ze ieder jaar een cursus. “Ik was aangenaam verrast dat er heel wat biotelers reageerden”, zegt Edith. 'Ook gangbare telers hebben zich gaandeweg ingeschreven op de cursus en zijn ingestapt in het verdelingsprogramma.' De zaden uit de kruisingen gaan naar de deelnemende telers of kweekbedrijven. De boeren testen de kruisingen gedurende drie jaar op hun veld en selecteren ze tot ze een handvol succesvol ogende klonen overhouden. 'Omdat het selecteren op het veld gebeurt, zijn de selecties veel beter aangepast aan de praktijk.'

BioImpuls werkt samen met onderzoekers en praktijkmensen uit gangbare en bioteelt. Beide sectoren hebben baat bij participatief onderzoek. Door samen te werken kunnen ze de krachten van verschillende actoren optimaal bundelen. Het project begint stilaan zijn vruchten af te werpen. In 2012 kregen Edith en de Nederlandse aardappelboer Niek Vos de prijs voor ‘nationale held van de smaak’ voor de resistente bionica-aardappel, Niek’s Witte. Of hoe samenwerking niet alleen efficiënt, productief, ecologisch, sociaal maar ook erg smakelijk kan zijn.

Attributie

Dit portret is afkomstig van BioForum, een van de partnerorganisaties van Voedsel Anders. Meer informatie over bio vind je op www.biomijnnatuur.be